Omgaan met autisme
Als je autisme hebt, is het belangrijk om te weten wat dit precies inhoudt. Vergroot daarom je kennis over autisme. Zorg ook dat mensen die belangrijk voor je zijn, er genoeg over weten.
Omgaan met autisme – tips voor jezelf
Ken je talenten en zwaktes
Iedereen met autisme is anders. Kijk daarom goed naar je zelf en ken je zwakke, maar ook vooral sterke kanten. Mensen met autisme kunnen op bepaalde gebieden mooie talenten hebben. Probeer ook daar naar te kijken en deze in te zetten op momenten dat ze nodig zijn.
Breng structuur aan
Breng een duidelijke structuur aan in je dagen. Als je autisme hebt, gedij je beter onder een zelfde dagelijkse opbouw van een dag. Je kan zelf of samen met iemand die structuur aanbrengen.
Vraag hulp
Zoek met je behandelaar, vrienden en familie uit hoe je het beste om kunt gaan met autisme. Bekijk of het mogelijk is om te werken.
Zoek contact met lotgenoten
Het helpt om van andere mensen met autisme te horen hoe zij omgaan met de stoornis. Via je behandelaar bij Lentis kun je in contact komen met lotgenoten. Kijk voor meer informatie ook eens op de websites van PAS Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)
Omgaan met autisme – tips voor anderen
Een kind of partner met autisme heeft veel invloed op het dagelijks leven. Vaak word je als ouder of partner actief betrokken bij de behandeling en begeleiding. Zorg dat je naast de zorg voor iemand ook leuke, ontspannende activiteiten voor je zelf blijft doen.
Gebruik duidelijke taal
Gebruik in een gesprek met iemand met autisme duidelijke taal. Beeldspraak en spreekwoorden zijn verwarrend en nemen mensen met autisme zeer letterlijk. Maak bij het plannen van activiteiten duidelijke afspraken en zorg dat plaats en tijd helder zijn. Praat daarbij ook rustig. Het kost veel tijd om de informatie die gezegd is te verwerken.
Laat iemand zelfstandig zijn
Iedereen met autisme verschilt van elkaar. Kijk daarom goed wat iemand wel en niet zelf kan. Neem taken die iemand zelf kan uitvoeren niet te snel uit handen.