Marian (73) kreeg te kampen met hevige paniek- en angstaanvallen, toen haar dementerende man het huis noodgedwongen moest verlaten om opgenomen te worden in de kliniek A-Borg van Ouderenpsychiatrie Lentis.
Schuldgevoel
“Ik heb twee jaar thuis voor mijn man gezorgd, nadat hij te horen had gekregen dat hij Alzheimer heeft. Sommige zeggen dat ik te lang voor hem gezorgd heb, maar dat zie ik niet zo. Die jaren waren erg zwaar. In die tijd overleden mijn twee broers en moest ik twee keer aan mijn hersentumor geopereerd worden. Op een dag dat ik terug kwam uit het ziekenhuis, zei mijn man thuis tegen me: “En nu opdonderen. Je bent twee weken bij een vreemde man geweest”. Ik reageerde er niet op, maar dat is moeilijk thuiskomen na een operatie. Mijn man was toen al goed aan het dementeren. Door het zorgen voor hem, had ik niet de gelegenheid om te herstellen van mijn operatie. Ik heb hier jaren mee doorgeworsteld. Tot het echt niet meer ging. Toen is hij opgenomen in een verzorgingshuis in Appingedam. Eerst was ik erg opgelucht, maar daarna kreeg ik schuldgevoelens. Je hoort voor elkaar te zorgen in goede en in slechte tijden. Ik was vroeger veel ziek geweest en dan was het mijn man die altijd goed voor mij zorgde. En nou was hij ziek en dan breng ik hem naar een verzorgingshuis. Het voelde alsof ik hem afdankte als een stuk vuil.”
Alleen
“Toen hij weg uit huis was, kreeg ik een klap. Ik was radeloos. Had ik wel goed voor mijn man gezorgd? Mensen zeiden dat ik wat moest gaan doen, maar ik had nergens meer zin in. Vroeger ging ik met mijn man buiten wandelen, maar als ik dat nu deed, voelde dat vreemd. Dat was niet meer hetzelfde als vroeger.”
Angst
“Later zeiden ze bij Lentis dat ik depressief was. Ik zag dat zelf niet en was vooral heel angstig. Angstig over mijn man, angstig voor vreemde geluiden in huis. Ik ben ook bang dat ik mijzelf wat aan doe, zonder dat ik het weet. Op een nacht ging ik naar bed, en werd ik de volgende ochtend wakker in de andere slaapkamer in mijn huis. Toen ik opstond, zaten mijn zoon en buurvrouw opeens in de woonkamer. ‘Wat is er aan de hand?’ Vroeg ik. Ik wist niets meer. Ik had die nacht zowel mijn zoon als buurvrouw opgebeld, maar daar kon ik me niets van herinneren. Dat was ontzettend eng. Ik woon vier hoog. Soms denk ik wel eens: straks spring ik in mijn slaap van het balkon zonder dat ik het weet. Diezelfde ochtend heeft mijn zoon contact opgenomen met Ouderenpsychiatrie Lentis.”
Behandeling
“Ik heb in totaal acht weken in de kliniek A-Borg van Ouderenpsychiatrie Lentis in Winschoten gezeten. De eerste weken zat alles me tegen. Ik had helemaal geen zin om daar te gaan tekenen of stomme liedjes te zingen. Daar kan ik nu om lachen, maar ik had toen nog geen zin om dingen te ondernemen. In de A-Borg begonnen we elke ochtend met het doornemen van de ochtend, daarna gingen we doelen stellen voor de week. Doelen stellen? Nou geef daar maar eens antwoord op. Wat ik wel gelijk heel fijn vond was het veilige gevoel daar. Dat er op je gelet wordt. Ik was zo bang dat ik ’s nachts weer dingen zou doen waar ik me niet bewust van was.”
Weer naar huis
“Vanaf de vierde week kon ik meer genieten van de activiteiten. Ik vond het nog wel eng om in het weekend naar huis te moeten. Ik kan niet goed alleen zijn. Gelukkig kon ik gewoon in A-Borg blijven. Elke donderdag had ik een gesprek met de psycholoog die me leerde om te gaan met mijn angst. Het ging steeds beter met me. Op een gegeven moment zei ik: ik vind het hier veel te gezellig. Dat was voor ons beiden een teken dat ik naar huis kon. Ik heb Lentis in het begin gemist, dat durf ik wel te zeggen. Uiteindelijk vond ik het heel gezellig met de mensen daar om me heen. Ik ben thuis nu nog steeds wel een beetje bang als ik naar bed ga. Ik zeg dan tegen mezelf: het is vervelend, maar de angst gaat weer over. De psycholoog heeft me geleerd dat goed te beseffen. Ik merk nog wel dat ik kwetsbaar ben voor tegenslagen. Bijvoorbeeld kleine tegenslagen die met mijn man te maken hebben. Maar ik kan me nu wel snel herpakken. Ik fiets bijna elke dag naar Appingedam om mijn man op te zoeken. Hij heeft een gezellige kamer daar.”
Geen schaamte
“Ik schaam me totaal niet om te vertellen dat ik bij Lentis heb gezeten. De mensen in de flat zeiden: “Marian? Zit die bij Lentis?” Die hadden mijn donkere periode destijds niet opgemerkt. Ik praat er gewoon niet graag over. Als ik naar de supermarkt ga, staat iedereen altijd te praten over ziektes. Ik praat liever over leuke dingen.”
Disclaimer: de ervaringsverhalen op deze site zijn van cliënten of oud-cliënten. Om privacyredenen maken we gebruik van gefingeerde namen en foto’s.